Doorgaans duurt het enkele jaren om een goudmijn op te starten, omdat eerst in kaart moet worden gebracht hoe groot de goudreserves zijn en waar die zich bevinden. In deze fase worden op diverse locaties proefboringen gedaan. Hiervoor zijn ervaren geologen nodig die de boringen kunnen uitvoeren en in laboratoria kunnen analyseren.
Voor het in kaart brengen van goudreserves wordt historische data gebruikt, gecombineerd met geologische kaarten. Op de locatie zelf worden metingen gedaan van de fysieke eigenschappen van de grond, zoals variaties in dichtheid, magnetisme, elektrische geleiding en radioactiviteit. Met speciale apparatuur kan men de bodem ook vanuit de lucht onderzoeken. Dat gebeurt met vliegtuigen die op 60 tot 200 meter hoogte vliegen.
Proefboringen in de zoektocht naar goud