Nederlandse gouden en zilveren munten worden veel gebruikt voor beleggingen in goud en zilver. Dit is voor veel mensen een goed alternatief dan de relatief ´dure´ internationale beleggingsmunten. Het voordeel is dat het ´oude´ Nederlandse munten niet meer geslagen hoeven te worden. De premium die op de internationale beleggingsmunten betaald moet worden is dus niet van toepassing bij deze Nederlandse munten. De keerzijde hiervan is dat het Nederlandse muntgeld niet op afroep geproduceerd kan worden, maar uit de markt getrokken moet worden. Hierdoor kunnen de levertijd bij sommige partijen hoog oplopen.
Voor Nederlandse muntgeld die gebruikt wordt voor beleggingen zijn verschillende aspecten te onderscheiden:
Een belangrijk verschil tussen deze categorieën zijn de in- en verkoopprijzen.
De normale munten zijn de munten waar geen verzamelaarswaarde aan ten grondslag ligt. Hierdoor hebben deze munten enkel de functie als beleggingsmunt op basis van de goud- en zilverprijs.
Bij het beleggen in gouden en zilveren munten is er een verschil tussen courante en minder courante munten. Een courante munt is een munt die algemeen gewaardeerd wordt als beleggingsmunt en daardoor ook veel verhandeld wordt. Als u munt dit niet is heeft dit een aantal nadelen.
- De minder courante munten worden minder snel verkocht. Doordat de munten dan op voorraad komen te liggen is er een koersrisico of gaan hier kosten mee gepaard om dit risico af te dekken. Teven gaat dit ten kosten van de cash flow, aangezien dit vermogen niet gebruikt kan worden om andere inkopen te doen.
- Een belangrijk nadeel is dat bij deze munten over het algemeen een lagere inkoopprijs wordt gehanteerd. Dit heeft verschillende redenen:
Het voordeel van minder courante munten kan zijn dat de verkoopprijs ook lager ligt. Doordat ze anders omgesmolten worden kan het voor een verkoper toch interessant zijn deze munten tegen aantrekkelijke tarieven toch te verkopen.
Er is verschillend Nederlands courant muntgeld. Hieronder staan de meest courante munten. Deze zilveren munten zijn 72% zilver en de gouden munt 90% goud. Al deze munten zijn wettig betaalmiddel geweest. Deze munten worden ook niet meer geslagen en zullen bij verkoop dus uit de markt gehaald moeten worden.
- Zilveren guldens (6,5 gram, 4,68 gram fijn zilver)
- Zilveren rijksdaalders (15 gram, 10,8 gram fijn zilver)
- Zilveren tientjes (25 gram, 18 gram fijn zilver)
- Gouden tien gulden munten (6,72 gram, 6,048 fijn goud)
Onderstaande munten zijn iets minder courant maar toch nog wel vaak voor. Ze worden minder gebruikt in de verkoop als beleggingsmunten:
- Zilveren tientje 1994-1999 (72/80% zilver, 15 gram)
- Zilveren 50 gulden (.925 zilver, 25 gram)
- Zilveren euro’s (.925 zilver, diverse gewichten)
- Gouden vijfjes (21,6 karaat, 3,36 gram)
- Gouden dukaten (23,6 karaat, 3,494 gram)
Naast deze courante munten zijn er veel soorten minder courante munten. Als deze munten geen verzamelaarswaarde hebben worden deze munten in de meeste gevallen gesmolten. Veel van deze munten zijn gekocht als collecte items of verzamelobjecten. In de huidige periode is de zilver- en goudprijs zo hoog dat deze waarde een hogere prijs vertegenwoordigen.
Zo is er bijvoorbeeld een zilveren penning van het diamanten huwelijk van Juliana en Bernhard en een herdenkingsmunt van Prins Bernhard 75 jaar.
Een tweede onderscheid is er met collecte items. Dit zijn munten of muntensets die een toegevoegde waarde hebben door hun uiterlijk. Een van de bekendste collecties zijn die van de Franklin mint. Franklin mint is werelds grootste uitgever van munten die niet vanuit de overheid werkt. Strikt genomen zijn dit geen Nederlandse penningen, maar er zijn verschillende Nederlandse collecties. Zoals ‘de Geschiedenis der Nederlanden’ en Rembrandt.
Het aantrekkelijke van deze collecties zijn dat een zilverbelegging gecombineerd kan worden met een collectes item. Dit maakt de investering in zilver ook aantrekkelijk voor het uiterlijk. Een nadeel is dat de prijzen van deze collecties vaak boven de zilverprijs ligt, met name de oorspronkelijke uitgifteprijzen zijn aanzienlijk hoger dan de zilverwaarde op dat moment.
Een derde onderscheid zijn de verzamelaarsmunten. De waarde van deze munten zijn boven de goud- en zilverprijs. In de verzamelaarsmarkt is wel sterk ingeperkt. Dit komt enerzijds door de economische tijden, maar vooral ook door de gestegen goud- en zilverkoers. Doordat de koersen enorm zijn gestegen zijn er veel munten die vroeger een verzamelwaarde hadden nu nog enkel voor de goud- en zilverprijs verhandelbaar. Er is hierbij een duidelijk onderscheid gekomen tussen de echte schaarse munten en de minder die al wat beschadigd waren of die een redelijk oplage hebben.
Een voordeel van een verzamelaarsmunt is dat er twee waarderingen aan de munt ten grondslag liggen. Enerzijds de verzamelaarswaarde, maar anderzijds als de verzamelaarswaarde weg zou vallen toch nog een goud of zilverwaarde. Dit maakt het voor een enkeling een interessante investering.
Over het algemeen is de handel van verzamelaarsmunten losgekoppeld van de beleggingsmunten. Deze handel bevindt zich ook in andere kringen.
Bij verzamelaarsmunten gaat het vaak over wat oudere munten met een lage oplage. Zo zijn veel Nederlandse munten van Willem I een verzamelmunt. De zilveren rijksdaalder uit 1840 is bijvoorbeeld ongeveer 350 euro waard. De zilverwaarde is momenteel ruim 14 euro.