Bij kapitaalrotatie herverdelen beleggers hun vermogen tussen activaklassen, gedreven door economische, monetaire en geopolitieke ontwikkelingen. Momenteel verschuift kapitaal van technologieaandelen naar waarde-aandelen, stroomt er geld naar obligaties en blijft de cryptomarkt volatiel. Te midden van deze bewegingen zien we een opvallende rotatie naar goud als veilige haven. Wat drijft deze kapitaalverschuiving naar goud, en welke lessen biedt de geschiedenis voor de beleggers van nu?
Verschillende indicatoren wijzen op een aanhoudende kapitaalrotatie in 2025:
Verschuiving in sectorprestaties: Technologie verliest momentum, terwijl small-caps en waarde-aandelen beter presteren.
Sterke instroom in obligaties: Recordbedragen gaan naar obligatiefondsen, wat duidt op een defensievere allocatie.
Hogere volatiliteit in crypto: Institutionele beleggers tonen interesse, maar de volatiliteit blijft hoog.
Stijging in edelmetalen: Goud en zilver blijven in trek, vooral als bescherming tegen inflatie en geopolitieke onzekerheden.
Wij focussen hier op het laatste. Historisch gezien leiden verschuivingen van risicovolle activa naar veilige havens tot een stijging van de goudprijs. We kijken in dit artikel naar hoe in de afgelopen 100 jaar kapitaalrotaties goud beïnvloeden en welke lessen hieruit te trekken zijn voor beleggers vandaag. Er lijkt laatste jaren immers weer sprake van een sterke rotatie naar goud, gedreven door stijgende geopolitieke spanningen, monetaire beleidsveranderingen en een groeiende behoefte aan bescherming tegen inflatie en marktonzekerheid.
De dynamiek van kapitaalrotatie naar goud (en de goudprijs) wordt beïnvloed door diverse marktdeelnemers, waaronder centrale banken, institutionele beleggers, professionele beleggers en particuliere beleggers. Elk van deze groepen heeft haar eigen motivaties en speelt een unieke rol in de prijsvorming van goud, vooral tijdens periodes van crises en onzekerheid. Hier zullen we eerst kort op ingaan.
Centrale banken hebben de afgelopen decennia hun houding ten opzichte van goud aanzienlijk veranderd. Na jarenlang nettoverkopers te zijn geweest, zijn zij sinds 2010 netto kopers geworden. Deze verschuiving wordt gedreven door de behoefte aan diversificatie van reserves en bescherming tegen economische en geopolitieke risico's. In 2024 kochten centrale banken wereldwijd meer dan 1.000 ton goud, met een versnelling in het vierde kwartaal tot 333 ton. Landen als China, Polen, Tsjechië, India en Turkije hebben hun goudreserves aanzienlijk uitgebreid, wat duidt op een strategische inzet van goud.
Goudaankopen van centrale banken zijn doorgaans strategisch en op lange termijn gericht, wat zorgt voor een stabiele vraag naar goud. Deze aankopen kunnen de goudprijs ondersteunen, vooral wanneer meerdere centrale banken tegelijkertijd hun reserves uitbreiden.
Institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen, gebruiken goud voornamelijk als instrument voor diversificatie en risicobeheer. De afgelopen jaren is de hoeveelheid goud die wordt aangehouden door institutionele beleggers flink gestegen, mede dankzij de opkomst van met goud gedekte beursgenoteerde producten (ETP’s), die een gemakkelijke blootstelling aan de goudmarkt bieden.
Hun betrokkenheid bij de goudmarkt draagt bij aan de liquiditeit en kan de prijsstabiliteit bevorderen. Grote verschuivingen in hun allocatie naar goud kunnen echter significante prijseffecten hebben.
Professionele beleggers, zoals hedgefondsen en vermogensbeheerders, nemen vaak actieve posities in de goudmarkt via futures en opties, gericht op het benutten van prijsbewegingen. Deze groep reageert snel op macro-economische indicatoren, monetaire beleidswijzigingen en geopolitieke gebeurtenissen die de goudprijs kunnen beïnvloeden. Hun activiteiten kunnen zorgen voor verhoogde volatiliteit in de goudmarkt, vooral tijdens periodes van economische onzekerheid.
Hun actieve handelsstrategieën kunnen leiden tot kortetermijnvolatiliteit in de goudprijs. Ze spelen in op markttrends en macro-economische ontwikkelingen, wat zowel opwaartse als neerwaartse druk op de prijs kan uitoefenen.
Particuliere beleggers zien goud kopen vaak als een veilige haven en een middel om vermogenswaarde te behouden, vooral in tijden van inflatie en economische onzekerheid. Zij investeren in fysiek goud, zoals munten en baren, maar ook in ETP's die de goudprijs volgen. De toegankelijkheid van deze producten heeft geleid tot een toename van particuliere beleggingen in goud. Deze trend wordt versterkt door zorgen over fiatgeld en het monetaire beleid van centrale banken.
Hoewel individueel kleiner van omvang, kan de collectieve actie van particuliere beleggers, vooral tijdens crisistijden, de vraag naar goud aanzienlijk verhogen en daarmee de prijs beïnvloeden.
overzicht motivaties en invloed op de goudprijs per beleggerscategorie
Tijdens de Grote Depressie, met als startsein de Beurskrach van 1929, fungeerde goud als ultieme veilige haven: beleggers vluchtten massaal naar goud. De Amerikaanse overheid reageerde door privébezit van goud te beperken en de dollar te devalueren. In 1934 werd de goudprijs verhoogd van $20,67 naar $35 per ounce, een stijging van 70%. Dit illustreerde hoe goud in tijden van crisis zijn waarde behoudt en een toevluchtsoord blijft voor beleggers.
In 1971 beëindigde president Nixon de directe inwisselbaarheid van de dollar voor goud, wat het einde betekende van het Bretton Woods-systeem. Dit leidde tot een snelle stijging van de goudprijs, van $35 per ounce naar ongeveer $90 in 1973. De dreiging van inflatie en valutavolatiliteit versnelde de kapitaalstroom richting goud. Gedurende de jaren ‘70 werd goud een essentieel instrument voor bescherming tegen koopkrachtverlies.
Goud werd overigens na de ontkoppeling voor $42,22 per troy ounce op de Amerikaanse balans gezet. Sindsdien is dat onveranderd gebleven, alhoewel recentelijk werd gespeculeerd over herwaardering van de Amerikaanse goudreserves.
De jaren ’70 waren gekenmerkt door stagflatie: hoge inflatie gecombineerd met stagnerende economische groei. Iets waar vrij recent ook voor werd gewaarschuwd door het IMF. De stagflatie van de jaren ‘70 leidde tot een explosieve stijging van de goudprijs, van $35 in 1971 naar $850 in 1980. Toen de Federal Reserve begin jaren ‘80 de rente verhoogde, keerde kapitaal terug naar aandelen en obligaties, waardoor de goudprijs daalde. Dit markeerde een verschuiving waarbij een strikter monetair beleid goud minder aantrekkelijk maakte, en kapitaalrotatie zich richtte op productieve activa.
Tijdens de kredietcrisis van 2008 trokken beleggers hun kapitaal terug uit aandelen en onroerend goed en zochten ze veilige havens, waaronder goud. De goudprijs steeg naar $900 per ounce begin 2008 en bereikte in 2011 een recordhoogte van $1.920 per ounce. De crisis en de daaropvolgende monetaire versoepeling van centrale banken (“whatever it takes”) versterkten de vlucht naar goud, wat opnieuw aantoonde dat kapitaal in tijden van financiële instabiliteit roteert naar edelmetalen.
Tijdens de COVID-19-pandemie en de geopolitieke spanningen, zoals de oorlog in Oekraïne, steeg de goudprijs boven $2.000 per ounce. In 2024 droegen geopolitieke onzekerheden en inflatiezorgen bij aan een verdere stijging, inmiddels richting $3.000 per ounce. De toenemende vraag naar goud als bescherming tegen koopkrachtverlies en monetaire experimenten onderstreept de status van goud als veilige haven.
Geopolitieke factoren spelen een grote rol in kapitaalrotatie. Protectionistisch handelsbeleid en geopolitieke conflicten kunnen de vraag naar veilige havens vergroten, terwijl politieke stabiliteit kapitaal terug naar aandelen kan laten vloeien. Inflatie, rente en geopolitiek zijn daarom belangrijke drijfveren achter kapitaalstromen. Bovendien hebben recente renteverhogingen van centrale banken geleid tot schommelingen in de goudprijs, afhankelijk van marktverwachtingen over toekomstige beleidsbeslissingen.
Goudvraag 2010 – 2024. Bron: World Gold Council
Kapitaalrotatie naar goud wordt beïnvloed door een samenspel van verschillende beleggersgroepen. Centrale banken en institutionele beleggers zorgen voor een stabiele en langdurige vraag, terwijl professionele en particuliere beleggers bijdragen aan de dynamiek en volatiliteit van de goudmarkt. Kapitaalrotatie naar goud treedt vaak op tijdens economische onzekerheid, lage of negatieve reële rentetarieven, geopolitieke spanningen en inflatiezorgen. Deze factoren verhogen de vraag naar goud als veilige haven, waardoor de prijs ervan stijgt.
De geschiedenis toont aan dat goud een essentiële rol speelt in kapitaalrotaties tijdens economische en financiële crises. Of het nu gaat om de Grote Depressie in de jaren ’30, het loslaten van de goudstandaard in de jaren ’70, stagflatie, een mondiale bankencrisis, een pandemie of recente geopolitieke en inflatoire onzekerheden – steeds wanneer vertrouwen in reguliere markten of fiat valuta daalt, stroomt kapitaal naar goud. Deze vlucht naar veiligheid drijft de goudprijs doorgaans flink op in crisismomenten. Vervolgens, zodra economische rust terugkeert en vertrouwen herstelt, roteert kapitaal weer weg uit goud naar productieve beleggingen, wat de goudprijs kan laten dalen. Voor de moderne belegger onderstreept dit een belangrijk inzicht: kapitaalverschuivingen zijn cyclisch en sterk afhankelijk van onder meer het macro-economisch klimaat. Vuistregel blijft dat ten tijde van onzekerheid goud kapitaal aantrekt. In goede tijden is het aannemelijk dat kapitaal weer weg zal trekken uit goud.
Kijk ook eens een keer op ons YouTube kanaal
Namens Holland Gold interviewt Paul Buitink verschillende economen en experts op macro-economisch gebied. Het doel van de podcast is om de kijker een beter beeld en houvast te bieden in een steeds sneller veranderend macro-economisch en monetair landschap. Klik hier om te abonneren.