Goud en in iets mindere mate ook zilver blijven sterk presteren te midden van heel volatiele marktomstandigheden. De wereldorde zoals we die de voorbije decennia kenden, lijkt meer dan ooit op de helling te staan. Vrijwel dagelijks bereiken ons -vaak tegenstrijdige- berichten rond de economische (tarieven) en geopolitieke plannen van de Verenigde Staten waarbij president Trump de ene dag warm en de andere dag weer koud blaast.
Tegelijk zijn de macro-economische omstandigheden in de Verenigde Staten de afgelopen tijd in snel tempo aan het verslechteren. Indicatoren over de dienstensector, de arbeidsmarkt en de leading indicators wijzen op een stevige groeivertraging. Daarbij wordt het steeds duidelijker dat we in de richting van een stagflatie scenario evolueren waarbij de inflatie vrij hoog blijft (en met een lagere dollar en invoertarieven nog verder kan toenemen) in combinatie met een vertragende economie.
In die omgeving klom de goudprijs dit jaar al met 11% in dollar en 9% in euro. Het rendement op zilver bedraagt sinds begin dit jaar 10% in dollar en 8% in euro. Daarmee is de goud/zilver ratio weer opgelopen naar meer dan 90, het hoogste cijfer sinds eind 2022.
Het renteverschil tussen de dollar en meeste andere valutablokken is recent fors kleiner geworden. Dat verklaart voor een deel de terugval van de dollar waardoor het rendement van goud in andere valuta iets lager ligt. De rente op de Amerikaanse overheidsobligatie daalde van 4,8% begin dit jaar naar 4,2% nu. Over dezelfde periode bleef de Duitse langetermijnrente, de referentie binnen de Europese Unie, stabiel op 2,6%.
Bron Grafiek: Stockcharts.com
In Japan bijvoorbeeld is het renteverschil gedaald naar 2,7% tegenover nog 3,8% begin dit jaar. De Japanse yen werd bijgevolg flink duurder tegenover de dollar waardoor het rendement van goud dit jaar maar 4,5% bedraagt.
Bron Grafiek: Stockcharts.com
Door de snel verslechterende economische groeivertragingen schat de markt de kans dat de Federal Reserve bijkomende renteverlagingen plant weer iets hoger in. De komende beleidsvergadering van 19 maart komt daarvoor wellicht nog te vroeg. Op basis van de CME FedWatch Tool gaat ook een meerderheid van 59% nog uit van een status-quo op de beleidsvergadering van 7 mei. Toch verwacht 41% al een renteknip en dat is beduidend meer dan enkele weken geleden het geval was. Voor 18 juni is er slechts een kleine minderheid van 21% die nog in een status-quo gelooft. Volgens de consensusverwachting wordt dan de eerste keer de rente verlaagd in 2025. De Europese Centrale Bank zal wellicht nog eerder renteverlagingen doorvoeren.
Intussen wordt elke prijscorrectie van goud aangegrepen om nieuwe posities in te nemen. Toch ligt de hoeveelheid goud onder beheer van de fysieke ETF’s nog ongeveer een kwart onder de top van 2022. Ook op de termijnmarkten ligt het aantal netto long posities niet uitzonderlijk hoog.
Opmerkelijk is dat goud sinds de uitbraak van een jaar geleden intussen 45% hoger staat en nog geen noemenswaarde correctie van 10% of meer te verwerken kreeg. Dergelijke correcties zijn nochtans perfect normaal in een opwaartse trend en zijn vroeg of laat onvermijdelijk. Het is hierbij interessant om na te gaan hoe de goudprijs zich op voorgaande uitbraakniveaus gedroeg.
Toen goud 12 maanden geleden de grens van 2000 dollar overtuigend achter zich liet, betekende dit het einde van een consolidatieperiode van 12,5 jaar. In september 2011 piekte de goudprijs al eens op een niveau van bijna 2000 dollar om daarna bijna te halveren (2015) en weer te verdubbelen. Een overtuigende uitbraak kwam er pas in maart vorig jaar na drie mislukte pogingen in 2020, 2022 en 2023.
In 2005 was er een gelijkaardige set-up toen de goudprijs eindelijk voorbij de grens van 500 dollar klom na een consolidatie die meer dan 20 jaar duurder (sinds 1982). Tussen 2005 en 2008 is de goudprijs toen verdubbeld om tijdens de financiële crisis van 2008 op korte tijd met een derde te corrigeren. Nadien volgde op minder dan 3 jaar weer een verdrievoudiging van de prijs. Het eerste deel van de cyclus duurde 3,5 jaar en de totale cyclus 6 jaar. Daarbij is de goudprijs over die periode per saldo verviervoudigd.
Indien we maart 2024 als start van de huidige beweging nemen, dan is de trend pas een jaar aan de gang. Men kan argumenteren dat er toen geen concurrentie was van cryptovaluta en dat de cyclus nu korter zal zijn met lagere rendementen. Dat kan, maar anderzijds waren centrale banken in die periode netto verkoper van goud terwijl ze nu al drie opeenvolgende jaren gezamenlijk meer dan 1000 ton goud kochten.
Elke cyclus verschilt ook van de vorige, maar punt is dat historisch bekeken de kans erg klein is dat er na amper één jaar en 45 % al een einde zou komen aan de opwaartse prijstrend bij goud. Wat overigens niet hoeft te betekenen dat de prijs in een rechte lijn naar boven gaat.