Oud-ECB president Mario Draghi presenteerde op maandag een rapport over de toekomst van de Europese concurrentiepositie. Daarin staan strategisch-economische plannen die Europa weer competitief moeten maken. Europa blijft vooral op technologisch vlak al een tijd achter in vergelijking met Amerika en China, waar het ene na het andere techbedrijf de grond uitrijst. Wat gaat er precies mis in Europa en hoe kan het continent het tij keren?
Het moment waarop Draghi zijn rapport presenteert, kan bijna niet beter. Vorige week werden er weer alarmerende cijfers gepresenteerd over de Duitse economie. In juli was de industriële productie in Duitsland 2,4 procent lager dan in juni. Daarmee ligt het niveau 5,3 procent lager dan een jaar eerder en maar liefst 17 procent lager dan tijdens het hoogtepunt in 2017. Hoge energieprijzen spelen de Duitse industrie al langer parten. ‘Hommeles in de industrie’, zo omschreef econoom Han de Jong de situatie in zijn column.
Zoals te zien in de grafiek kreeg de Duitse industriële productie vooral een klap na de energiecrisis in 2022. (Bron: Crystalcleareconomics)
Dat zich wellicht een nieuwe realiteit heeft aangediend, blijkt ook op microniveau met het verontrustende nieuws dat Volkswagen de sluiting van fabrieken overweegt. Een dergelijke sluiting is tot op heden niet voorgekomen bij onze oosterburen, maar hoge kosten brengen het concern in een lastig parket. De winstmarge is geslonken tot 2,4 procent. Hoge personeelskosten zijn echter niet het enige probleem waar de Duitsers mee kampen. Het lukt ze ook maar niet om de software van Chinese concurrenten te evenaren. Volkswagen hield de ontwikkeling van de software intern, terwijl Renault recent het roer omgooide en de ontwikkeling uitbesteedde. Het gevolg is dat Volkswagen op technologisch vlak als ouderwets wordt bestempeld in China, waar merken als BYD in rap tempo marktaandeel veroveren op het Duitse automerk.
Volgens de oud-president van de ECB zijn er grootscheepse investeringen nodig om de EU weer op het juiste pad te krijgen. Deze investeringen bedragen ongeveer 800 miljard euro per jaar, wat neerkomt op 5 procent van het BBP. Dat zou nog veel hoger zijn dan de Marshallhulp die Europa ontving van de Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog. Een deel van de financiering kan worden gedekt door de huidige EU-afdrachten van de lidstaten, maar Europa zal ook op zoek moeten naar nieuwe vormen van financiering.
Draghi pleit voor eurobonds om dergelijke investeringen te financieren. In dat geval geeft de Europese Commissie obligaties uit, waardoor de lidstaten het risico gezamenlijk dragen. Door de introductie van de euro zijn wisselkoersverschillen verdwenen, maar eigenlijk vertaalt dat verschil zich vandaag de dag in renteverschillen op overheidsobligaties. Zo stijgen rentes op Italiaanse overheidsobligaties veel harder als er onrust ontstaat op de financiële markten dan de Nederlandse evenknie. Het leidde al tot de introductie van het Transmission Protection Instrument, wat de ECB de gelegenheid geeft in te grijpen als renteverschillen tussen de lidstaten te ver oplopen.
Europa heeft veel bedrijvigheid, maar veel bedrijven zijn gespecialiseerd in technologie waar geen doorbraak meer in wordt bereikt. Daardoor wordt er in Europa 270 miljard euro minder uitgegeven aan onderzoek dan in Amerika en China. Daarentegen zijn Amerika en China wel meegegaan in de trend van digitalisering. Het leeuwendeel van de grootste bedrijven komt nu dan ook uit Amerika of China. Eerder dit jaar constateerde Holland Gold ook al dat ons eigen land minder vertegenwoordigd is in de lijst met de grootste bedrijven. Waar er in 2008 nog 17 Nederlandse bedrijven in de top 1000 stonden, is dat aantal nu teruggelopen tot 7. In 2008 stonden er zelfs twee bedrijven in de top tien grootse bedrijven, maar Shell is inmiddels Brits en ING is sindsdien terugverwezen naar plaats 200.
Ook Draghi constateert dat Europa een inhaalslag moet maken. Hoewel een dergelijke inhaalslag voor sommige technologieën erg lastig wordt, liggen er wel grote kansen op gebieden zoals robotica en kunstmatige intelligentie. Daarvoor moet de Europese regulering op de schop. Momenteel maken veel regels het voor startups moeilijk om door te groeien naar de volgende fase. Tussen 2008 en 2021 verplaatste 30 procent van de Europese Unicorns, startups met een marktwaarde van meer dan 1 miljard, het hoofdkantoor naar andere landen. Het grootste deel vertrok naar Amerika, waar veel soepelere regels zijn voor de bedrijven.
Ook op het gebied van energie liggen kansen voor Europa. Europese bedrijven hebben veel last van hoge energieprijzen. Elektriciteit is bijvoorbeeld twee tot drie keer zo duur als in Amerika en gasprijzen liggen wel vier tot vijf keer hoger. Draghi schrijft in zijn rapport dat duurzaamheid en competitiviteit hand in hand met elkaar moeten gaan. Lidstaten zouden bijvoorbeeld gezamenlijk gas in moeten kopen om zo kosten te kunnen besparen en er moet minder belasting worden geheven op energie. Aangezien Europa niet de luxe van een flinke beschikbaarheid aan grondstoffen heeft, moet er vol worden ingezet op de bouw van duurzame energiebronnen. Vergunningen voor de bouw van dergelijke energiebronnen moeten daarom worden versoepeld, zodat er snel een brede variatie aan energiebronnen ontstaat.
Een interessant overzicht van de positie van Europa in verschillende industrieën.
Europa zit echter in een lastige situatie. Dergelijke investeringen vergen een sterke besluitvorming in Brussel, maar momenteel kunnen lidstaten voorstellen blokkeren met een veto en vergen veel voorstellen unanimiteit. Ook zijn landen zoals Duitsland en Nederland huiverig als het gaat om eurobonds, aangezien de angst bestaat dat het zuiden meelift op de kredietwaardigheid van het noorden. Ook hebben de partijen die het meest kritisch zijn op de Europese samenwerking flink gewonnen bij de laatste verkiezingen. De kans dat voorstellen voor meer Europese samenwerking zonder slag of stoot door de parlementen komen is daardoor klein. Toch moet Europa zich een weg banen in de nieuwe realiteit, waarin het klem zit tussen verschillende machtsblokken in een tijd die veel onrustiger lijkt te worden dan de afgelopen decennia. Het plan van Draghi ontbreekt niet aan ambitie, maar of de voorstellen van de oud-president van de ECB ook om te zetten zijn in concrete acties blijft een vraag waar het antwoord op zich laat wachten.
(Foto Mario Draghi: WORLD ECONOMIC FORUM/swiss-image.ch/Photo Remy Steinegger)
Kijk ook eens een keer op ons YouTube kanaal
Namens Holland Gold interviewt Paul Buitink verschillende economen en experts op macro-economisch gebied. Het doel van de podcast is om de kijker een beter beeld en houvast te bieden in een steeds sneller veranderend macro-economisch en monetair landschap. Klik hier om te abonneren.