Verschilllende multinationals deponeren hun merkrechten in Nederland om hier een belastingvoordeel mee te winnen. Andere landen lopen hiermee belastinginkomsten mis. In het Verenigd Koninkrijk liggen bijvoorbeeld Starbucks en Ikea onder vuur. Deze ondernemingen hebben verschillende merkrechten in Nederland neergelegd om daarmee belastingvoordeel te behalen. Dit gaat ten koste van de staatskas van Groot Britanie.
Starbucks in Engeland heeft in 2011 6% van de omzet aan licentierechten moeten betalen aan Starbucks Coffee Emea in Amsterdam. Aangezien het Amerikaanse koffieconcern in Nederland zijn merknaam als licentie heeft ondergebracht. Hierdoor betalen de Starbucks verstigingen in Europa en het Midden Oosten aan Starbucks Coffee Emea (Amsterdam).
Het grootste deel van deze licentiegelden worden door Starbucks Coffee Emea weer doorgesluisd naar het Amerikaanse moederbedrijf.
Nederland is een aantrekkelijk land om de royalties onder te brengen omdat alleen het verschil tussen de inkomende en uitgaande royalty's worden belast. Het voordeel hiermee is dat de betaalde royalty's van Starbucks in het Verenigd Koninkrijk als kosten aangemerkt worden, waardoor de winst voor belasting laag gehouden worden. Dit belastingvoordeel kan aanzienlijk oplopen. Starbucks in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland heeft hierdoor een negatief resultaat, waardoor geen belasting over het resultaat betaald hoeft te worden. Het financieel dagblad heeft hier onderzoek naar gedaan. Hieruit blijkt dat multinationals als SABMiller, Nike, Bacardi-Martini, Zara, Speedo en Volkswagen ook gekozen heeft voor een dergelijke constructie.
De constructie is in principe gewoon legaal, al lopen ondernemingen niet te pronken met dergelijke constructies. Of een onderneming een dergelijke constructie gebruikt is meestal niet transparant. Ze worden bijvoobeeld niet in de geconsolideerde jaarstukken genoemd.