Complexe financiële instrumenten zoals swaps kom je niet alleen tegen in films zoals "The Big Short"; ook goud wordt verhandeld met allerlei soorten contracten. Jan Nieuwenhuijs verschaft in zijn recente blog op Gainesvillecoins.com een interessant inkijkje in deze complexe markt. Hoe maken verschillende partijen in de 'Gold Wholesale Market' gebruik van lease-, swap- en forwardcontracten?
Op de goudmarkt kunnen verschillende partijen goud aanbieden, of juist vragen. Een partij kan goud bijvoorbeeld leasen, wat in feite hetzelfde is als lenen. Dat is onder meer interessant voor centrale banken, die hun goudreserves kunnen aanbieden om er rente over te ontvangen. Nomaliter wordt over goud geen rente betaald, maar als de centrale bank edelmetaal uitleent, ontvangt ze er wel een vergoeding voor; de goudleasevoet. Aan de andere kant kunnen partijen zoals een juwelenfabrikant juist goud lenen. Door goud te lenen in plaats van te kopen heeft de fabrikant lagere initiële kosten en hoeft hij geen lening aan te gaan voor de inkoop van goud. Als de juwelen zijn verkocht heeft de fabrikant winst gemaakt. Het goud wordt dan inclusief de goudleasevoet terugbetaald aan de centrale bank.
Deze transactie verloopt vaak via een bullionbank, die als tussenpartij fungeert op de goudmarkt. Deze bank verzorgt de bids en offers. Een bid is de prijs waartegen men goud kan lenen, een offer is de prijs waartegen men goud kan uitlenen. Het verschil tussen de bids en offers is voor de bullionbank. Zo profiteert iedere partij van de transactie. De centrale bank ontvangt de rente, de fabrikant komt gemakkelijk aan edelmetaal en de marktmaker pikt ook een graantje mee.
Maar als de fabrikant goud niet op dit moment, maar over een aantal maanden nodig heeft, kan hij de prijs ook vastzetten. Dat kan met een forwardcontract. De fabrikant sluit dan een overeenkomst met de bullionbank om een bepaalde hoeveelheid goud tegen een bepaalde prijs te kopen op een toekomstige datum. Dat betekent dat de prijs in het forwardcontract kan verschillen van de huidige spotprijs van het edelmetaal. De fabrikant dekt zich zo in tegen verdere prijsstijgingen. Deze contracten kunnen ook voor speculatie worden gebruikt. Als de prijs van goud uiteindelijk hoger uitvalt dan de prijs in het forwardcontract, dan stijgt de waarde van het contract.
Dat betekent dat de bullionbank zelf ook met risico’s te maken heeft. Als een klant een grote forward positie inneemt is het goed mogelijk dat de bank niet dezelfde hoeveelheid goud 12 maanden vooruit kan kopen van een andere klant. In een dergelijk geval moet de bank zichzelf indekken. Het risico bestaat dat de goudprijs is gestegen boven de forwardprijs en dat de bullionbank verlies maakt op de transactie. Om zichzelf in te dekken, zal de dealer dollars lenen, die dollars gebruiken om goud te kopen op de spotmarkt en het goud voor 12 maanden uitlenen. Twaalf maanden later krijgt de dealer het goud terug en kan hij voldoen aan zijn forward verplichting aan de klant. In de forward transactie verkoopt de dealer goud, de opbrengst wordt gebruikt om de dollarlening terug te betalen.
Forwards lijken op futurescontracten, maar er zijn verschillen. Futures zijn gestandaardiseerde contracten die op de beurs worden verhandeld. Forwards zijn bilaterale contracten en worden dus niet op de beurs verhandeld. Dit heeft als voordeel dat ze flexibeler in te richten zijn. Er kunnen speciale afspraken gemaakt worden, afhankelijk van de wensen van de twee partijen. Maar aangezien er een afspraak wordt gemaakt tussen twee partijen (in dit voorbeeld de fabrikant en de bullionbank, die nu dus geen tussenpartij is) ontstaat er wel een kredietrisico. Als een van de partijen failliet gaat, heeft dit consequenties voor de ander. Hieronder zijn de verschillen tussen forwards en futures verder uitgewerkt.
Stel dat de bullionbank een forward aanbiedt om 1.000 ounce goud te kopen voor een prijs van 2050 dollar per troy ounce, terwijl de huidige spotprijs 2.000 dollar per troy ounce bedraagt. De forward rate bedraagt dan ((2050–2000)/2000*100)/(180/360) = 5 procent. Maar als de forward prijs verandert kan deze weer hersteld worden door arbitrage. Dat betekent dat bepaalde partijen profiteren van prijsverschillen tussen markten door te kopen in de ene markt en te verkopen in een andere.
Stel dat de bullionbank daarna een forward aanbiedt van 2040 dollar per troy ounce. Een handelaar ruikt een kans. De handelaar leent tegen 2 procent rente 1000 troy ounce goud, die hij gelijk omwisselt voor twee miljoen dollar en uitleent tegen 7 procent rente. Tegelijkertijd sluit de handelaar een forward contract af, zodat hij over 6 maanden 1010 troy ounce goud koopt voor 2040 dollar per troy ounce. Daarvoor betaalt de handelaar als hij het goud zes maanden later ontvangt 2.060.400 dollar, terwijl hij over de dollars die hij tegen 7 procent rente heeft uitgeleend 2.070.000 dollar ontvangt. De winst van de handelaar bedraagt dus 9600 dollar. Aangezien de handelaar de vraag naar goud vergroot kan dit proces herhaald worden totdat de prijs van de forward weer terug is op 2050 dollar.
Op basis van de rentepariteit stelt Nieuwenhuijs de volgende formule op: Forward rate = dollarrente – goudleasevoet, in dit geval 5% = 7% - 2%. Als een van de tarieven niet voldoet, grijpen arbitrageurs in zodat de verhoudingen hersteld worden. Dat betekent dus dat ze het omgekeerde doen als de forward rate naar hun mening te hoog is. Dan kopen ze goud en verkopen ze het via een forward contract.
Maar goud kan ook gebruikt worden als onderpand voor leningen, zoals het geval is bij swaps. Met een swap kan een partij een lagere rente bedingen. Stel dat een handelaar twee miljoen dollar wil lenen. De rente bedraagt 7 procent, maar die vindt de handelaar te hoog. De handelaar kan in dat geval een swap afsluiten met de bullionbank. Bij deze swap fungeert het goud van de handelaar, in dit geval duizend ounce, als onderpand voor de lening. Als de handelaar de lening niet terug kan betalen ontvangt de bullionbank het onderpand. Als de handelaar de lening met rente terugbetaalt ontvangt hij het goud weer terug.
De bullionbank loopt als verschaffer van geld dus veel minder risico dan bij een normale lening. Ook kan de bullionbank het goud dat ze als onderpand ontvangt uitlenen. Stel dat geld normaal uitgeleend kan worden tegen zeven procent rente, dezelfde dollarrente als in het vorige voorbeeld. De bullionbank leent het goud uit aan een andere partij tegen twee procent rente, de goudleasevoet. De rente op de lening kan door de swap dus verlaagd worden met twee procentpunten. De rente van de lening komt daardoor op gelijke hoogte met de forward rate.
Het artikel van Jan Nieuwenhuijs laat zien hoe complex de markt van derivaten is. Toch is het wel degelijk interessant om de werking van derivaten te begrijpen. Aan de hand van derivaten kan men de goudmarkt namelijk ook beter begrijpen.
Kijk ook eens een keer op ons YouTube kanaal
Namens Holland Gold interviewt Paul Buitink verschillende economen en experts op macro-economisch gebied. Het doel van de podcast is om de kijker een beter beeld en houvast te bieden in een steeds sneller veranderend macro-economisch en monetair landschap. Klik hier om te abonneren.