De economische groei in China zou de komende jaren nog wel eens tegen kunnen gaan vallen, zo voorspelt econoom Han de Jong in zijn blog. De oud-hoofdeconoom van ABN Amro ziet een aantal grote uitdagingen voor China. Daaraan verbonden zijn factoren die bepalen of de wereldeconomie verder globaliseert of juist de nadruk legt op lokale productie. Waarom kan de groei van de Chinese economie tegenvallen de komende jaren en welke factoren bepalen globalisering?
China begon in de jaren 70 met een liberaliseringsbeleid dat het land erg aantrekkelijk maakte voor buitenlandse bedrijven. Na de toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie raakte de ontwikkeling in een stroomversnelling. Buitenlandse bedrijven verplaatsten massaal productieprocessen naar het Aziatische land. Het Bruto Nationaal Product (BBP) van China is de afgelopen 50 jaar enorm gegroeid.
Het BBP van China is sinds de eeuwwisseling explosief gegroeid. (Bron: Tradingeconomics)
Een belangrijke oorzaak van de grote groei van de afgelopen jaren was de Chinese bevolking. Aan het begin van de twintigste eeuw telde het land 400 miljoen inwoners, maar in 2022 was het bevolkingsaantal gegroeid naar ruim 1,4 miljard. Aan die groei lijkt nu een einde te komen. Het land vergrijst en de bevolking lijkt de komende jaren af te gaan nemen. Dat heeft ook gevolgen voor de beroepsbevolking. De voorgaande decennia verhuisden veel arbeiders naar de stad om in plaats van in de landbouwsector in de industrie te gaan werken, waar de productiviteit veel hoger ligt. Volgens Han de Jong zijn de grootste stappen in deze migratie gezet.
De komende jaren zullen er dus minder nieuwe arbeiders naar Chinese steden trekken en dat kan gevolgen hebben voor de loonkosten. Het minimumloon verschilt per provincie, maar fluctueert tussen de €2,08 en €3,30. Bedrijven profiteren dus nog altijd van flink lagere loonkosten dan in ontwikkelde landen. Maar de lonen zijn de afgelopen jaren flink gestegen en als arbeid schaarser wordt zullen de lonen waarschijnlijk verder stijgen. Andere landen, zoals India en Bangladesh, kopiëren het businessmodel van China en trekken bedrijven die op zoek zijn naar goedkope arbeidskrachten.
De lonen zijn hard gegroeid in China. (Bron: Statista)
Daarnaast kampt China met problemen in de vastgoedsector. Zo kwam de vastgoedgigant Evergrande al meerdere keren in het nieuws omdat het flink in de problemen zit. Het bedrijf moet nu alle bezittingen verkopen om schuldeisers te betalen. Ook de Chinese overheid heeft minder ruimte om te stimuleren. Voorheen investeerde China grootscheeps in infrastructuurprojecten als het land de economische groei wilde aanzwengelen, maar nu de staatsschuld met 280 procent van het BBP nog hoger ligt dan die van Amerika is er steeds minder ruimte voor dergelijke stimuleringsmaatregelen.
De inflatiecijfers van China. Er dreigt nu deflatie. (Bron: Tradingeconomics)
Ook de recente problemen in de aanvoerlijnen zorgen voor onzekerheid over de toekomst van de Chinese economie. De afgelopen jaren bleken mondiale netwerken namelijk ook erg kwetsbaar. Dit was het geval tijdens de coronacrisis toen de internationale handel een klap kreeg, maar ook het Suezkanaal blijkt een kwetsbare schakel. Zo zorgde een containerschip in 2021 voor een opstopping, nadat het schip vast zat en het kanaal blokkeerde. Het vervoer door het kanaal wordt nu weer in moeilijkheden gebracht, dit keer door Houthi-rebellen die schepen aanvallen uit solidariteit met Palestijnen. Schepen varen daarom nu om via Kaap de Goede Hoop, wat tien tot vijftien dagen langer in beslag neemt.
Ook is er een toenemende druk op bedrijven om verantwoord te produceren. Niet alleen consumenten eisen dat de producten die ze kopen niet geassocieerd worden met kinderarbeid, ontbossing of uitbuiting, ook de Europese Commissie is nu met een wetsvoorstel gekomen. Dit wetsvoorstel heeft grote implicaties voor bedrijven, aangezien de inkopers nu de oorsprong van producten moeten herleiden. Dat vereist transparante supply chains en juist mondiale aanvoerlijnen maken een dergelijke transparantie erg moeilijk.
Tenslotte is het moeilijk te zeggen hoe de geopolitieke ontwikkelingen de situatie beïnvloeden. Onder President Trump stond de handelsrelatie tussen Amerika en China al onder druk door de handelsoorlogen. De geopolitieke situatie is sinds 2022 alleen maar onrustiger geworden met een oorlog in Oekraïne en in Gaza. Onlangs ging Ab Gietelink nog uitgebreid in op de oorlog in Oekraïne. Geopolitieke spanningen hebben ook invloed op het reilen en zeilen van de economie. Sommige bedrijven voeren veranderingen door om hun imago te redden. Zo trok Heineken zich terug uit Rusland nadat Rusland Oekraïne inviel. Andere bedrijven worden door regels beïnvloed. Zo heeft ASML te maken met exportbeperkingen. De Nederlandse regering verbiedt het bedrijf bepaalde producten uit te voeren naar China.
De grootste economie is nog altijd by far die van de Verenigde Staten. In 2023 bedroeg het BBP van de V.S. 27,94 biljoen dollar. China staat op de tweede plek met een BBP van 17,5 biljoen. Allianz trade voorspelt voor de komende jaren een groei van de Chinese economie van 3,9 procent. Dat is hoog voor onze maatstaven, maar voor China erg laag. India groeide afgelopen jaar bijvoorbeeld met 7 procent. Het beeld dat Han de Jong schetst zou daarom nog wel eens correct kunnen zijn; de groei-explosie in China lijkt voorbij.
Japan stond decennialang in de top drie, maar is nu ingehaald door Duitsland. Onze oosterburen staan nu op de derde plaats met een BBP van 4,5 biljoen. Japan volgt op plek vier met een BBP van 4,2 biljoen. De verwachting is dat India de komende jaren de derde plek zal gaan overnemen. Een groot deel van de Indiase bevolking is nog onder de 35 jaar. Met een bevolking van 1,4 miljard mensen mag er dus een grote groei verwacht worden van de economie van India. Duitsland en Japan kampen daarentegen met vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt.
Han de Jong uitte al meerdere keren zijn zorgen over de Duitse industrie. De hoge kosten zorgen voor een teruglopende productie. In vergelijking met de periode voor de coronacrisis ligt het productieniveau in de vijf meest energie-intensieve sectoren 23,1 procent lager. Reden genoeg voor de oud-hoofdeconoom om de ontwikkelingen in ons buurland een ramp te noemen. Het aantal orders nam in december weliswaar weer toe, maar volgens de Jong was deze toename van incidentele aard. De tegenvallende groei van China speelt de industrie hier ook parten. Al met al is het economische vooruitzicht dus nog niet heel sterk.
De productie in Duitsland neemt af. (Bron: Cyrstalcleareconomics)