Actuele koersen (kg): Goud €71.345 Zilver €930
    

Interview met Andre ten Dam; is Nederland te goedkoop de euro ingegaan?

Andre ten Dam begon begin jaren 90 als zelfstandig juridisch adviseur en is daarnaast ook ingenieur. Hij had wel interesse voor maatschappelijke zaken, maar had niet gedacht zich er ooit actief in te gaan mengen. Een interview in 2005 met een onderdirecteur van De Nederlandsche Bank in Het Parool bracht daar verandering in. In de jaren 2005 tot 2009 hield Ten Dam zich bezig met de conversiekoers van de gulden naar de euro. Is de gulden te goedkoop omgeruild tijdens de overgang naar de euro?

De wisselkoerskwestie trekt de aandacht

Op Koninginnedag in 2005 leest Ten Dam het interview met Henk Brouwer, destijds onderdirecteur bij De Nederlandsche Bank (DNB), waarin Brouwer vertelde dat de gulden eigenlijk te goedkoop de euro in was gegaan. Door de koppeling met de Duitse mark was de gulden namelijk ondergewaardeerd geraakt. In Duitsland mochten de Oost-Duitsers na de vereniging namelijk hun Ost-marken 1 op 1 omwisselen voor de harde Deutschmark, waardoor er in Duitsland een hoge inflatie ontstond. In Nederland was er in die jaren, onder andere door het Akkoord van Wassenaar, juist een lage inflatie en sterke economische groei. Door de innige handelsrelatie met Duitsland hield Nederland de koppeling met de mark in stand. De gulden raakte daardoor in de jaren 90 ondergewaardeerd ten opzichte van de Deutschmark. 

De conversiekoers werd na het interview met Brouwer omgeven door een enorme publiciteit. Ook Ten Dam liet het er niet bij zitten en onderzocht mogelijke juridische stappen. ‘Het doel was om uit te zoeken wat er nou precies gebeurd was en wat de financiële consequenties daarvan waren. Als het inderdaad zo zou zijn dat er een onjuiste koers was vastgesteld dan wilde ik middels een claimstichting aan de gang voor de Nederlanders’, zo vertelt Ten Dam. 

Aangezien er niet voldoende financiering kon worden gevonden kwam het uiteindelijk niet tot een proces tegen de Europese Unie bij het Europese Hof en daardoor verjaarde de zaak. De schadevergoeding is er dus nooit gekomen, maar Ten Dam stelde in zijn onderzoek dat de onjuiste conversiekoers leidde tot structureel minimaal 12 procent koopkrachtverlies en een 10 procent lager Bruto Binnenlands Product toen de evenwichtsherstellende reacties van de ondergewaardeerde gulden-euroconversiekoers waren uitgewerkt. De onjuiste conversiekoers kreeg hij, gelet op de politieke gevoeligheid van de kwestie, off the record ook bevestigd van verschillende insiders. 

Discussie over de revaluatie

Niet alle economen zijn dezelfde mening toegedaan als Andre ten Dam. Mathijs Bouman, huiseconoom bij de NPO, wijdde een hoofdstuk in zijn boek ‘Hollandse Overmoed’ aan de onderwaardering van de gulden. Volgens Bouman zouden economische krachten de weeffout van de euro herstellen en maakte de onderwaardering uiteindelijk niks uit. ‘Het pakte precies zo uit. Het dure Duitsland maakte na de invoering  van de euro een paar moeilijke jaren door, terwijl goedkope landen als Nederland juist hard groeiden. De inflatie in Duitsland was daardoor in 2000 en 2001 een stuk lager dan die in Nederland. In 2003 was de reële wisselkoers weer terug op het niveau van voor de Duitse eenwording’, zo valt te lezen in het boek.

Bovendien, zo gaf Bouman later aan in een podcast met Holland Gold, was een revaluatie vlak voor de invoering van de euro in totale tegenspraak geweest met het idee van een gezamenlijke munt. Landen zouden de koers eerst een periode stabiel houden, om vervolgens over te gaan op de euro. Als Nederland dan toch weer zou onderhandelen over de koers zouden waarschijnlijk veel meer landen proberen iets aan de koers te veranderen. Dat zou niet wenselijk zijn, aldus Bouman.

Ten Dam ziet dat anders; ‘Het is inderdaad zo dat er in de aanloop naar de euro was afgesproken dat landen hun munt niet meer zouden devalueren ten opzichte van de mark. Landen zouden dan namelijk een oneigenlijk exportvoordeel kunnen realiseren ten opzichte van het buitenland en een devaluatie zou niet getuigen van verstandig monetair beleid. Revalueren mocht daarentegen wel, dus Nederland had de ruimte gehad om te revalueren, ook vlak voor het omwisselmoment. De Ieren hebben hun munt ook gewoon nog gerevalueerd’, zo zegt Ten Dam. 

Een revaluatie was zijns inziens juist wel de remedie voor Nederland. ‘De Nederlandse economie was aan het oververhitten. Daar waarschuwde het IMF Nederland destijds ook voor. Als je dan niet revalueert ga je inflatie uit het buitenland importeren. Om politieke redenen is het van de revaluatie niet gekomen. De innovatieve Nederlandse exportsector zou overigens ook prima uit de voeten gekund hebben met een voor Nederland evenwichtige wisselkoers van de gulden en vervolgens de euro t.o.v. het buitenland. En juist door de te lage wisselkoers werd de Nederlandse exportsector niet meer zo geprikkeld wat betreft innovatie’, zo poneert Ten Dam.

 Nederland_is_de_laatste_35_jaar_netto-exporteur_geworden

Nederland is de laatste 35 jaar netto-exporteur geworden. (Bron: CBS)

Hoe berekende Ten Dam de schade van de onderwaardering?

In 2009 publiceren Andre ten Dam en Harry Geels het resultaat van vier jaar onderzoek. Het rapport beschrijft uitgebreid het verlies dat Nederlanders hebben geleden door de onjuiste conversiekoers. Het valt op dat in de jaren vanaf de invoering van de euro de koopkracht van Nederlanders sterk achterbleef bij die van de Oostenrijkers, terwijl de Oostenrijkse economie ook sterk leunde op de Duitse economie. De Oostenrijkse shilling was daarentegen niet ondergewaardeerd de euro ingegaan. Vooral de sterke toename van consumentenprijzen spelen hier een rol in. Nederland kampte als gevolg van een lage koers en een oververhitte economie met een hoge inflatie, terwijl de lonen niet hard toenamen. De koopkracht nam daardoor niet toe, zoals te zien in de grafiek.

Scherm­afbeelding 2024-03-21 om 09.25.17

De koopkracht van de Nederlanders bleef achter vergeleken met die van andere landen. (Bron: De Wisselverlieszaak: Analyse en schadeberekening)

In het rapport van Ten Dam en Geels wordt ook een simulatie gemaakt waarin de gulden vanaf 1998 wel gerevalueerd zou zijn. Volgens de berekeningen in het rapport hadden de koopkrachtontwikkelingen van Nederland en Oostenrijk een veel gelijkmatiger patroon vertoond als de gulden ook wel was gerevalueerd.  Scherm­afbeelding 2024-03-21 om 09.26.12 

Koopkrachtberekening met een simulatie als de gulden wel was gerevalueerd. (Bron: De Wisselverlieszaak: Analyse en schadeberekening

Dat de onderwaardering tot welvaartsverlies van de Nederlanders heeft geleid staat volgens Ten Dam dan ook buiten kijf. Vele insiders bevestigden dat ook aan Ten Dam. Een oud-directeur van DNB zei (anoniem) eens tegen Ten Dam;

“Het is waar dat Nederland tegen een minder gunstige koers in de euro is gestapt dan uit Nederlands welvaartsoogpunt wenselijk zou zijn geweest. Maar zoals zo vaak zijn er soms zwaarwegende redenen een dergelijk verlies te aanvaarden omdat die het grotere politieke doel dienen. En dat was de totstandkoming van de EMU! ….Bij structurele onderwaardering van de gulden is dat een probleem, en dat onderkende men destijds wel degelijk. ….Dat een te lage euro-instapkoers van de gulden tot vermogensverlies en een ongunstiger prijsgeheel en dus koopkrachtverlies leidt, kan niet worden ontkend.”

De discussie over de onderwaardering van de gulden en de gevolgen is ontzettend interessant. Er zijn twee kanten van het verhaal. Het is moeilijk om te zeggen hoe Nederland er nu precies voor had gestaan als de gulden was gerevalueerd, maar het onderzoek van Ten Dam en Geels is een verrijking voor het debat.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?
Ontvang wekelijks de laatste analyses over de goudmarkt, macro-economie en het financiële systeem.
Wouter Wilmer
Wouter Wilmer
Cookie-voorkeuren

Holland Gold maakt gebruik van functionele en tracking cookies om o.a. uw gebruikservaring op de website te verbeteren, content te personaliseren en advertenties.

Lees meer over ons cookiebeleid.
Wij geven om uw privacy

U kunt uw cookie-voorkeuren instellen door de verschillende hieronder beschreven cookies te accepteren of te weigeren

Noodzakelijk

Noodzakelijke cookies helpen een website bruikbaarder te maken door basisfuncties zoals paginanavigatie en toegang tot beveiligde delen van de website mogelijk te maken. Zonder deze cookies kan de website niet goed functioneren.

Vereist
Voorkeuren

Met voorkeurscookies kan een website informatie onthouden die de manier verandert waarop de website zich gedraagt of eruit ziet, zoals uw voorkeurstaal of de regio waarin u zich bevindt.

Statistieken

Statistische cookies helpen website-eigenaren te begrijpen hoe bezoekers omgaan met websites door anoniem informatie te verzamelen en te rapporteren.

Marketing

Marketingcookies worden gebruikt om bezoekers op verschillende websites te volgen. Het is de bedoeling advertenties weer te geven die relevant en aantrekkelijk zijn voor de individuele gebruiker en daardoor waardevoller voor uitgevers en externe adverteerders.