Jarenlang was Japan het toonbeeld van monetaire rust: lage rentes, lage inflatie en een markt die nauwelijks bewoog. Maar stilte is zelden blijvend. De langetermijnrente stijgt tot het hoogste niveau in zeventien jaar, de yen verzwakt en aankomend premier Sanae Takaichi kondigt meer staatsuitgaven aan. Terwijl de financiële grond verschuift, wenden beleggers zich opnieuw tot goud, want telkens wanneer vertrouwen wankelt, spreekt goud luider. De vraag is: wat gebeurt er als zelfs Japan zijn rust verliest?
In een eerder artikel van Holland Gold stelden we al de vraag hoe lang een systeem houdbaar is waarin een overheid haar eigen schulden blijft opkopen. Jarenlang wist Japan de markt te sussen met die strategie: de Bank of Japan fungeerde als eindeloze koper van staatsobligaties, waardoor de rente kunstmatig laag bleef en het vertrouwen intact leek. Maar dat tijdperk loopt ten einde.
De realiteit haalt het beleid in. Inflatie blijft hardnekkig boven de 3% – ruim boven het streefdoel van 2% van de centrale bank – terwijl de reële lonen in augustus voor de achtste maand op rij zijn gedaald. Dat zet druk op huishoudens én op de geloofwaardigheid van de Bank of Japan.
Voormalig vicegouverneur Masazumi Wakatabe waarschuwde onlangs dat het voor de centrale bank “moeilijk zal zijn om dit jaar nog de rente te verhogen.” Daarmee bevindt de BoJ zich in een spagaat: hogere rentes kunnen de inflatie temperen, maar zouden tegelijk de financieringskosten van de zwaarste schuldenlast ter wereld verder doen oplopen.
Met de opkomst van Sanae Takaichi als eerste vrouwelijke premier krijgt Japan een nieuwe politieke richting. Ze belooft het land te versterken met massale investeringen in defensie, energiezekerheid, halfgeleiders en medische innovatie – wat ze zelf “crisismanagementinvesteringen” noemt. Het moet Japan onafhankelijker en veerkrachtiger maken. Maar die ambitie kent een prijs: nog meer schuld.
Die prijs is direct zichtbaar in de markten. De Nikkei steeg naar recordhoogtes, de yen daalde en de rente op dertigjarige staatsleningen schoot omhoog. Waar Takaichi groei wil kopen met schulden, vrezen beleggers dat ze vertrouwen verkoopt.
De Bank of Japan, jarenlang de onbetwiste koper van staatsobligaties, trekt zich voorzichtig terug. Daardoor moeten marktkrachten voor het eerst in decennia zelf bepalen wat schuld waard is.
Goud is daarbij de duidelijke winnaar. Binnen enkele dagen steeg de prijs in yen naar een recordniveau. Beleggers lazen in de beleidsplannen een bevestiging van wat goud al langer signaleert: dat geld zijn belofte verliest wanneer politiek te gul wordt met schulden.
Goud als best presterende activa van 2025, in YEN. (Bron: World Gold Council)
Jarenlang gold de Japanse obligatiemarkt als de meest voorspelbare ter wereld. Nu heerst er nervositeit: de 10-jaarsrente staat op het hoogste niveau sinds 2008, de 30-jaarsrente boven 2,6%. Institutionele beleggers trekken zich terug, terwijl de Bank of Japan niet langer alle verliezen kan (of wil) opvangen.
Die ontwikkeling reikt verder dan Tokio. Wanneer de derde economie ter wereld hogere financieringskosten krijgt, trilt de rest mee. Japanse beleggers halen kapitaal terug, waardoor de wereldwijde rentecurve steiler wordt en de volatiliteit zich opnieuw verspreidt.
Terwijl staatsobligaties hun glans verliezen, schittert goud juist feller. De wereldwijde vraag naar goud-ETF’s bereikte in september een record, terwijl de goudprijs bijna wekelijks nieuwe all-time highs noteert.
Een zwakke yen was jarenlang wenselijk: het hielp exporteurs en hield de groei op peil. Maar in het huidige klimaat is ze een symptoom van verzwakt vertrouwen.
De fiscale verruiming van Takaichi duwt de munt verder omlaag, terwijl elke procent devaluatie geïmporteerde grondstoffen, energie en voedsel duurder maakt. Zo importeert Japan zijn eigen inflatie.
Tegelijkertijd stijgt goud in yen naar nieuwe hoogtepunten, niet alleen omdat de munt verzwakt, maar omdat goud precies het tegenovergestelde belichaamt: zeldzaamheid, discipline en onafhankelijkheid van politieke beloften. Wat de yen verliest aan geloof, wint goud aan geloofwaardigheid.
Uit een recent rapport van de World Gold Council blijkt dat slechts 23% van de Japanse beleggers goud bezit. Maar die groep groeit snel. Vooral onder vermogende huishoudens stijgt de allocatie naar goud, vaak via ETF’s of zogeheten Gold Accumulation Plans (GAP’s).
De motivatie is niet speculatief, maar existentieel: bescherming tegen inflatie, valutaverval en systeemrisico. In een land waar de centrale bank inmiddels bijna 7% van alle aandelen bezit, geldt goud als het enige bezit zonder tegenpartij. Geen rente, geen belofte, geen papier – alleen intrinsieke waarde.
BoJ ETF’s holdings van $508 miljard aan marktwaarde vertegenwoordigt 7% van alle aandelen. (Bron: Bloomberg)
Terwijl de Japanse spaarder decennialang werd aangeleerd te vertrouwen op staatsleningen en spaarrekeningen, dwingt de realiteit hem nu opnieuw te kijken naar wat waarde écht betekent. Wat ooit een belegging aan de rand van de portefeuille was, groeit uit tot het morele middelpunt van Japan’s financiële bewustwording.
Japan toont wat er gebeurt wanneer schuld, politiek en demografie elkaar raken. Stijgende rentes leggen niet alleen de kosten van schuld bloot, maar ook de grenzen van vertrouwen. In dat landschap blijft goud het vaste ijkpunt: het enige bezit dat geen uitleg vereist. Want als zelfs Japan wankelt, herinnert goud ons eraan wat echte zekerheid betekent.
Kijk ook eens een keer op ons YouTube kanaal
Namens Holland Gold interviewen Paul Buitink en Yael Potjer verschillende economen en experts op macro-economisch gebied. Het doel van de podcast is om de kijker een beter beeld en houvast te bieden in een steeds sneller veranderend macro-economisch en monetair landschap. Klik hier om te abonneren.