Investeerders duwden de voorbije weken op de pauzeknop wat goud betreft. Ondanks de verschillende geopolitieke crisissen is het momentum rond goud wat uitgedoofd. Opmerkelijk daarbij is dat de rendementen in dollar en euro steeds verder uit elkaar lopen. Dat heeft uiteraard te maken met de forse klim van de Europese eenheidsmunt, die tegenover de dollar op het hoogste niveau in bijna vier jaar noteert. Sinds begin dit jaar bedraagt het rendement van goud 27% in dollar en 13% in euro.
De voorbije maand is de goudprijs in euro zelfs met meer dan 3% gedaald. Toch is van een echte correctie nog geen sprake en blijft goud in een zijwaartse trend met relatief beperkte prijsuitslagen.
De Federal Reserve hield op 18 juni zoals verwacht de beleidsrente ongewijzigd op 4,25 tot 4,5%. De arbeidsmarkt blijft sterk met een lage werkloosheidsgraad maar voorzitter Jerome Powell geeft wel toe dat dat inflatie licht boven de doelstelling ligt.
In mei steeg in de index van de consumentenprijzen in de Verenigde Staten (CPI) met 2,4% op jaarbasis. Belangrijk daarbij is dat in dat cijfer het effect van de tarieven nog niet is weerspiegeld. Dat zal ook in de data van deze en volgende maand nog het geval niet zijn. Dat komt omdat het lastig in te schatten is in hoeverre de prijsstijgingen zullen doorgerekend worden aan de eindconsumenten. Hogere producentenprijzen sijpelen maar met vertraging door in de CPI.
Er is bij een dalende inflatie en een gematigde groei objectief geen reden om de rente nog veel langer hoog te houden. President Trump dringt al langer aan op renteverlagingen en zal binnenkort een vervanger aanduiden voor Powell, wiens ambtstermijn in mei volgend jaar afloopt. Door de ontsporende begrotingen loopt de Amerikaanse overheidsschuld en dus ook de rentelast steeds verder op. Een lagere rente is dus meer dan welkom en is in principe ook gunstig voor goud wegens de lagere opportuniteitskost.
Er staan in 2025 nog vier monetaire vergaderingen van de Federal Reserve op de agenda. Volgens de CME FedWatch Tool prijst de markt op dit moment voor de eerstkomende meeting van 30 juli een 79% probabiliteit op een status quo in. Pas vanaf de vergadering van 17 september is er een ruime meerderheid die een eerste renteverlaging verwacht. Het zou de eerste zijn sinds december 2024.
De zilverprijs leek even een uitbraak te forceren boven 37 dollar maar kon dat niveau niet vasthouden. Het vorige hoogtepunt van zilver lag in 2011 en daarvoor in 1980 rond 50 dollar. Dat waren kortstondige pieken en zilver kon nog nooit een kwartaal boven 37,5 dollar afsluiten. Gebeurt dit op 30 juni wel, dan zou dit technisch een heel positief signaal zijn. Sinds begin dit jaar bedraagt het rendement van zilver 26% in dollar en 12% in euro, een fractie lager dan bij goud dus. De goud/zilver ratio bewoog de voorbije weken tussen 90 en 94. Dit is historisch nog steeds hoog, maar wel al een stuk onder de top van 105 in april.
De voorbije weken pakten zowel de World Gold Council (WGC) als het Official Monetary and Financial Institutions Forum (OMFIF) uit met de resultaten van een bevraging die ze de voorbije maanden hielden bij verschillende centrale banken. Daarbij kwamen beide onderzoeken tot gelijkaardige resultaten.
Aan de bevraging van de OMFIF namen 75 centrale banken deel en daarvan bevestigde een derde dat ze de komende 12 tot 24 maanden hun blootstelling aan goud zullen verhogen. Analisten verwachten dat 2025 het vierde opeenvolgende jaar wordt waarbij centrale banken gezamenlijk meer dan 1000 ton goud zullen kopen. Tegelijk daalt de blootstelling aan de dollar al enkele jaren. In 2024 ging het om 16%. Toch zegt meer dan de helft van de respondenten dat het aandeel van de Amerikaanse munt in de valutareserves alvast het komende decennium boven 50% zal blijven omwille van de hoge liquiditeit en het feit dat de dollar de wereldreservemunt blijft.
De centrale banken noemen diversificatie de voornaamste motivatie om de blootstelling aan goud te verantwoorden. Ook de geopolitieke situatie is een belangrijk argument dat door70% van de respondenten wordt genoemd. Er is veel onzekerheid rond zaken als tarieven en mogelijke handelsbelemmeringen als gevolg van de talrijke conflicten wereldwijd. Bescherming tegen inflatie is de derde meest vernoemde reden van de centraal bankiers. Nog opmerkelijk is dat de mate waarin de goudprijs de voorbije jaren al is gestegen geen afschrikking is om de goudreserves in de toekomst nog verder te verhogen. Meer dan 90% verwacht verdere prijsstijgingen.