Tsjechië heeft in juni voor het eerst in meer dan twintig jaar goud aan haar reserves toegevoegd. De centrale bank kocht 1,2 ton goud en breidde daarmee haar goudvoorraad uit naar 9 ton. De centrale bank heeft de afgelopen twintig jaar steeds een klein beetje goud gebruikt om herdenkingsmunten van te slaan. Daardoor zakte de goudvoorraad van 13,8 ton in 2002 naar een dieptepunt van 7,8 ton in mei. Met deze aankoop is de goudvoorraad van de centrale bank weer terug op het niveau van augustus 2018.
Tsjechië schaart zich onder een steeds grotere groep van oost-Europese landen die goud kopen. De afgelopen jaren hebben ook Polen, Hongarije en Servië edelmetaal aan hun reserves toegevoegd. Polen verdubbelde haar goudreserve, terwijl Hongarije haar voorraad met een factor tien uitbreidde. Deze landen kopen het edelmetaal als vorm van diversificatie en als bescherming tegen geopolitiek risico. Of dat ook voor Tsjechië de belangrijkste reden is om goud te kopen weten we niet, maar het ligt wel voor de hand dat zij een vergelijkbare afweging maken in het beheer van hun reserves. De goudvoorraad vertegenwoordigt minder dan 0,5% van de totale reserves van Tsjechië.
In andere Oost-Europese landen zoals Slowakije en Roemenië gaan ook geluiden op om goud te repatriëren. Steeds meer landen halen hun goudvoorraden terug vanwege toenemende economische en geopolitieke onzekerheid. Centrale banken zien goud als de meest veilige reserve, omdat het geen tegenpartij risico kent. Dat argument gaat overigens alleen op wanneer landen het binnen de landsgrenzen ligt, zoals het voorbeeld van Venezuela heeft laten zien.
Ook Tsjechië voegt weer goud aan reserves toe
Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines